Voldoende inname van de langeketen omega 3-vetzuren EPA (eicosapentaeenzuur) en DHA (docosahexaeenzuur) is belangrijk voor de gezondheid en het voorkomen en/of remmen van uiteenlopende chronische (ontstekings)ziekten waaronder hart- en vaatziekten, bepaalde vormen van kanker (waaronder borstkanker, colorectaalkanker), auto-immuunziekten, allergieën, diabetes type 2, obesitas en depressie.(1-8) Een adequate DHA-inname draagt onder meer bij aan de preventie van zwangerschapscomplicaties, een goede pre- en postnatale groei en (hersen)ontwikkeling van baby's en (jonge) kinderen en de preventie en/of remming van leeftijdsgerelateerde cognitieve achteruitgang en dementie.(4,9-11) De huidige westerse voeding is deficiënt aan (langeketen) omega 3-vetzuren vergeleken met het dieet waarmee de mens is geëvolueerd.(4,12) Aangezien de inname van EPA en DHA uit voeding bij de meerderheid van de Europeanen te laag is, en de lichaamseigen synthese uit de precursor alfalinoleenzuur ontoereikend is, kan dagelijkse suppletie met EPA en DHA veel gezondheidswinst opleveren.(3,13,14)
Onze voeding bevat twee typen meervoudig onverzadigde vetzuren (vetzuren met twee of meer dubbele bindingen in de koolstofketen), te weten omega 6-vetzuren (eerste dubbele binding bij het zesde koolstofatoom vanaf het uiteinde [de CH3-groep] van het molecuul) en omega 3-vetzuren (eerste dubbele binding bij het derde koolstofatoom). Eerder was alleen bekend dat vetten in voeding fungeren als energiebron en daarnaast bron zijn van vetoplosbare vitamines. Rond 1930 ontdekte het echtpaar George en Mildred Burr dat het omega 6-vetzuur linolzuur (C18:2 n-6, een omega 6-vetzuur met 18 koolstofatomen en 2 dubbele bindingen) en omega 3-vetzuur alfalinoleenzuur (C18:3 n-3) essentiële voedingsstoffen zijn, net als vitamines, mineralen en essentiële aminozuren.(15) Het ontbreken van deze essentiële vetzuren (en hun metabolieten) in voeding is onverenigbaar met het leven.
Figuur 1. Chemische structuur van de belangrijke langeketen omega 3-vetzuren EPA (eicosapentaeenzuur, C20:5 n-3) en DHA (docosahexaeenzuur, C22:6 n-3).
Met name de (langeketen) metabolieten van linolzuur (arachidonzuur) en alfalinoleenzuur (eicosapentaeenzuur en docosahexaeenzuur, zie figuur 1) hebben belangrijke fysiologische effecten. Arachidonzuur (AA), docosahexaeenzuur (DHA) en eicosapentaeenzuur (EPA) zijn bestanddelen van fosfolipiden in celmembranen en precursors van endocannabinoïden, AA en EPA zijn precursors van eicosanoïden (lokaal werkzame, paracriene weefselhormonen) en EPA en DHA zijn precursors van SPM's (specialized pro-resolving mediators), zie figuur 4.
Bronnen van linolzuur (LA) zijn plantaardige olie (zoals zonnebloem-, saffloer-, soja-, maïs-, sesam-, kokos-, palm-, pinda- en koolzaadolie), noten, zaden, vlees, kip en eieren. Alfalinoleenzuur (ALA) is aanwezig in onder meer lijnzaad, hennepzaad, chiazaad, walnoten, groene bladgroenten, avocado, aardbeien en koolzaad-, tarwekiem- en sojaolie.(4,16) Vlees en zuivel bevatten de LA-metaboliet arachidonzuur, terwijl zeevoedsel, vis(olie), krillolie en (plantaardige) algenolie (van de microalg Schizochytrium sp.) bronnen zijn van de omega 3-vetzuren EPA en DHA.
Het is van groot belang dat de dagelijkse inname van linolzuur en alfalinoleenzuur in balans is. Voor de omzetting van linolzuur en alfalinoleenzuur zijn dezelfde enzymen (desaturases, elongase) nodig (zie figuur 2), en een te hoge linolzuurinname leidt tot (competitieve) remming van de omzetting van alfalinoleenzuur en vice versa.(4,16,17)
Figuur 2. Metabolisme van linolzuur (LA) en alfalinoleenzuur (ALA). DPA n-3: docosapentaeenzuur, omega 3-vetzuur; DPA n-6: docosapentaeenzuur, omega 6-vetzuur.(18)
De verhouding tussen de hoeveelheid linolzuur en alfalinoleenzuur in voeding (omega 6/omega 3-ratio) dient circa 4:1 tot 1:1 te zijn, maar is in de huidige westerse voeding meestal veel hoger (10:1 tot 20:1 of nog hoger).(4,17,19) Dit betekent dat naast de verhoogde arachidonzuursynthese de toch al gebrekkige endogene synthese van de belangrijke omega 3-vetzuren EPA en DHA nog verder verslechtert.(1,18-20) Onder gunstige omstandigheden wordt bij mannen maximaal 10% van ALA omgezet in EPA en bij premenopauzale vrouwen maximaal 21%, terwijl de synthese van DHA uit ALA bij mannen maximaal 4% is en bij premenopauzale vrouwen maximaal 5-9%.(5,21,22) Vaak is de omzetting van ALA in EPA en DHA lager - ongeveer 5-8% - waarbij de vorming van DHA minimaal is.(16) DHA wordt niet omgezet in EPA (retroconversie), zoals eerder gedacht. In een recente humane studie is aangetoond dat stijging van de EPA-plasmaspiegel na DHA-suppletie het gevolg is van een EPA-sparend effect van DHA. Omgekeerd wordt een deel van gesuppleerd EPA wel omgezet in DHA.(23)
Het enzym delta 6-desaturase, dat zorgt voor omzetting van linolzuur en alfalinoleenzuur, is ook nodig voor de omzetting van EPA in DHA (zie figuur 2). Door competitie met ALA en LA wordt na ALA-suppletie weinig DHA uit EPA gevormd. Door oestrogenen geïnduceerde verhoging van de activiteit van delta 6-desaturase verklaart de iets betere omzetting van ALA in EPA en DHA bij vrouwen, die vooral tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding meer DHA nodig hebben voor hun kind (voor onder meer groei en de ontwikkeling van het zenuwstelsel en immuunsysteem).(3) Hoe goed ALA wordt omgezet in EPA en DHA is dus mede afhankelijk van factoren zoals geslacht, zwangerschap en omega 6/omega 3-ratio in voeding.(21)
Steeds meer mensen kampen met overgewicht of obesitas. Het is belangrijk te beseffen dat een hoge omega 6/omega 3-ratio in voeding overgewicht en obesitas bevordert (en daarmee samenhangende niet-alcoholische leververvetting), mede door systemische laaggradige ontsteking, afname van de insulinegevoeligheid, toename van leptineresistentie, disfunctie van het endocannabinoïdensysteem (waardoor de eetlust toeneemt), oxidatieve stress en stimulering van de aanmaak van vetweefsel.(4,17,24) Daar komt bij dat de omzetting van ALA in EPA (en DHA) bij overgewicht en obesitas nog lager is dan normaal.(5,25) Suppletie met EPA/DHA en gelijktijdige verbetering van de omega 6/omega 3-ratio in voeding is een van de belangrijkste maatregelen om overgewicht en obesitas tegen te gaan.(5,17)
De lichaamseigen synthese van EPA en DHA uit ALA is beperkt, ook bij voldoende inname van alfalinoleenzuur.(26) Het is daarom belangrijk geregeld EPA en DHA binnen te krijgen uit (vette) vis (zoals zalm, haring, makreel, sardines), schaal- en schelpdieren en/of voedingssupplementen (vis-, krill- of algenolie). Maar ook dan blijft een gebalanceerde inname van linolzuur en alfalinoleenzuur een punt van aandacht. Een hoog aanbod van arachidonzuur verdringt EPA en DHA uit de celmembranen; daarnaast is er competitie tussen AA en EPA bij de vorming van eicosanoïden omdat dezelfde enzymen (cyclo-oxygenases, lipoxygenases) nodig zijn voor de omzetting van AA en EPA (zie figuur 4). Belangrijke risicogroepen voor een tekort aan langeketen omega-3-vetzuren zijn vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven, kinderen tot 2 jaar, ouderen en mensen die (bijna) nooit vis eten.
Hoeveel EPA en DHA per dag nodig is voor een goede gezondheid en algemene ziektepreventie is mede afhankelijk van de inname van linolzuur en alfalinoleenzuur uit voeding.(13) In Nederland en Duitsland is de inname van EPA en DHA respectievelijk 0,09 en 0,08 energieprocent (<200 mg/dag) of nog lager, terwijl de EPA/DHA-inname op basis van de consumptie van linolzuur, arachidonzuur en alfalinoleenzuur respectievelijk 0,50 energieprocent (1111 mg/dag) en 0,57 energieprocent (1267 mg/dag) dient te zijn.(13) Als mensen zich inspannen om de linolzuurinname te halveren tot 2-3 energieprocent (4,44-6,67 gram/dag) en de inname van alfalinoleenzuur te verhogen naar 1 procent (2,22 gram/dag), dan kan worden volstaan met een dosis EPA/DHA van ongeveer 650 mg/dag (0,3 energieprocent).(28)
Deze aanpassing van de vetzuurinname is iedereen aan te raden, in het bijzonder veganisten en vegetariërs die door een ruime linolzuurinname (door een ruimere inname van plantaardige vetten) vaak een nog hogere omega 6/omega 3-ratio hebben dan omnivoren, terwijl ze voor aanvullende EPA/DHA-suppletie aangewezen zijn op algenolie.(16) Algenolie - vergeleken met visolie en krillolie de meest duurzame en schone bron van EPA en DHA - bevat vergeleken met (geconcentreerde) visolie minder EPA en DHA waardoor het lastiger is de gewenste hoeveelheid EPA/DHA in te nemen, behalve bij een gebalanceerde inname van linolzuur en alfalinoleenzuur.(16,29)
De dosis EPA/DHA van 250 mg/dag (vanaf 2 jaar) die de EFSA (European Food Safety Authority) adviseert (zie tabel 1), biedt onvoldoende bescherming tegen ziekte(progressie) in het algemeen.(3,30) Deze hoeveelheid is uitsluitend gebaseerd op de uitkomsten van humane studies, waarin suppletie van 250-500 mg EPA/DHA per dag leidde tot significante afname van de kans op plotse hartdood of sterfte door kransvatziekte.(30) Daarbij zijn de aanbevelingen voor LA (4,0 energieprocent) en ALA (0,5 energieprocent) niet goed in balans. In 74% van de Europese landen is de inname van EPA en DHA in de onderzochte groepen (vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven, zuigelingen, kinderen, adolescenten, ouderen) lager dan de aanbeveling van de EFSA.(3)
Doelgroep | LA | AA | ALA | EPA | DHA | EPA + DHA |
Zwangerschap/lactatie | 4,0 E% | - | 0,5 E% | - | 100-200 mg/d | 250 mg/d |
0-6 maanden | 4,0 E% | 140 mg/d | 0,5 E% | - | 100 mg/d | - |
7-24 maanden | 4,0 E% | - | 0,5 E% | - | 100 mg/d | - |
>2 jaar | 4,0 E% | - | 0,5 E% | - | - | 250 mg/d |
>65 jaar | 4,0 E% | - | 0,5 E% | - | - | 250 mg/d |
Tabel 1. Huidige Europese aanbevelingen voor de inname van meervoudig onverzadigde vetzuren (EFSA). E%: energieprocent.(3,30,31)
Of iemand voldoende EPA en DHA inneemt voor een goede gezondheid en bescherming tegen (onder meer) hart- en vaatziekten, kan sinds 2004 eenvoudig worden vastgesteld met de HS-Omega 3-Index bloedtest.(32) Deze vingerpriktest geeft een sneller en beter inzicht in de (langeketen) omega 3-vetzuurstatus dan het berekenen van de inname van EPA en DHA uit voeding en voedingssupplementen. De omega 3-index (O3I), het (gewichts)percentage EPA en DHA van de totale hoeveelheid vetzuren in de celmembranen van rode bloedcellen, is een betrouwbare biomarker voor de langeketen omega 3-vetzuurstatus over een langere periode (80-120 dagen) en correleert goed met het gehalte langeketen omega 3-vetzuren in weefsels en organen, waaronder hart, lever, hersenen en nieren.(33,34) De O3I is nooit lager dan 2% en nooit hoger dan 20% (verzadigingseffect); de optimale range is 8-11%.(35) Een O3I vanaf 8% is uitstekend, maar een O3I rond 10% (zoals in Japan) biedt waarschijnlijk de beste bescherming tegen (sterfte door) hart- en vaatziekten.(32,36,37) Europeanen hebben een O3I van gemiddeld 4,0-4,5% (range 4-6%) terwijl in Japan, Groenland en Alaska een O3I >8% gebruikelijk is.(38,39) In een Nederlandse studie met adolescenten (13-15 jaar) was de O3I 3,83%.(40) Vegetariërs en veganisten hebben, zoals te verwachten is, een lagere O3I (2,7-3,7%) dan omnivoren.(32,36,41) Bij een westers eetpatroon is suppletie met EPA/DHA meestal nodig om een O3I van ten minste 8% te bereiken, zelfs als mensen tweemaal per week vis eten.(42,43) Vette vis bevat vaak minder EPA en DHA dan voorheen. In gekweekte zalm bijvoorbeeld is de concentratie EPA en DHA 50% lager dan in wilde zalm.(44) Daarbij is het gehalte EPA/DHA in vis van diverse factoren afhankelijk (waaronder vanggebied, jaargetijde en verwerkings- en bereidingswijze), waardoor men niet precies weet hoe hoog de inname van EPA/DHA is.
Figuur 3. Voorstelling van het effect dat een bepaalde dosis EPA/DHA (1 of 2 gram/dag) op de omega 3-index kan hebben. Of een bepaalde dosis EPA/DHA voldoende is voor het bereiken van de optimale O3I (8-11%), is sterk afhankelijk van de uitgangswaarde van de O3I.(26)
Figuur 3 laat zien dat de beginwaarde van de O3I sterk bepaalt welke (individuele) dosis EPA/DHA nodig is om de O3I boven 8% te tillen.(26) Verder stijgt de O3I meer bij een bepaalde dosis als EPA en DHA worden aangeboden in de vorm van fosfolipiden (krillolie) of triglyceriden (visolie, algenolie), vergeleken met ethylesters (visolie).(29,45) Een supplement met EPA/DHA-triglyceriden verhoogde in een studie de O3I met 1% meer per gram, vergeleken met EPA/DHA-ethylesters.(45) EPA/DHA-fosfolipiden uit krillolie (dat ook choline en astaxanthine bevat) verhogen de O3I mogelijk nog iets beter dan EPA/DHA-triglyceriden, maar helemaal sluitend bewijs is er nog niet.(4,29,46,47) DHA wordt in hogere mate ingebouwd in celmembranen dan EPA, ook bij supplementen met meer EPA dan DHA, en de O3I stijgt sneller met een supplement met een hoog DHA-gehalte.(27,48) Tot slot speelt de inname van linolzuur en arachidonzuur mee op de achtergrond en verbetert de intestinale absorptie van EPA en DHA door het supplement bij een vetrijke maaltijd (vaak het avondeten) in te nemen.(26,29,33)
In humane studies werd met deze variabelen vaak geen rekening gehouden, waardoor het effect van een bepaalde dagdosis EPA en/of DHA erg wisselend kon zijn. Daarbij was de dagdosis vaak te laag voor een significant klinisch effect.(45,49) Ook kon de (meer)waarde van EPA/DHA-suppletie beperkt zijn door medicijngebruik. Door de O3I in te zetten bij klinische diagnostiek en klinische studies, proefpersonen te selecteren met een lage O3I en de dosis EPA/DHA meer te individualiseren, kan de controverse over de effectiviteit van EPA/DHA-suppletie mogelijk worden opgelost.(26,32,35)
De dosis EPA/DHA (triglyceriden) die bij benadering nodig is om een O3I van 8% te bereiken in 13 weken is 2200 mg/d bij een O3I van 2%, 1500 mg/dag bij een O3I van 4%, en 750 mg/dag bij een beginwaarde van 6%.(45) Om te zorgen dat 95% van de mensen met een westers eetpatroon in 13 weken een O3I van gemiddeld 8% bereikt bij een beginwaarde van 4%, is circa 2000 mg/dag EPA en DHA nodig.(45) De (onderhouds)dosis EPA/DHA die nodig is om de O3I stabiel op minimaal 8% te houden, is in de regel hoger dan 850 mg EPA/DHA per dag en kan op geleide van de O3I individueel worden bepaald.(26,50,51) In een recente Amerikaanse studie is berekend dat mensen gemiddeld 1300 mg EPA/DHA per dag nodig hebben voor het behouden van een optimale O3I.(43)
In een humane studie met 115 gezonde jongvolwassenen leidde suppletie met visolie gedurende 5 maanden tot dosisafhankelijke verhoging van de O3I (zie tabel 2).(51) De studie laat zien dat de aanbevelingen van EFSA (tabel 1) ontoereikend zijn voor een optimale O3I.
O3I (%) | 0 mg/dag | 300 mg/dag | 600 mg/dag | 900 mg/dag | 1800 mg/dag |
Beginwaarde | 4,38 % | 4,29 % | 4,28 % | 4,31 % | 4,28 % |
Eindwaarde | 4,35 % | 6,19 % | 6,82 % | 7,53 % | 9,49 % |
Verschil | - 0,04 % | + 1,88 % | + 2,51 % | + 3,22 % | + 5,19 % |
Tabel 2. Effect van een bepaalde dagdosis EPA/DHA op de omega 3-index (O3I) na 5 maanden.(51)
1. Bestanddeel celmembranen: EPA en (vooral) DHA zijn bestanddeel van fosfolipiden en sfingolipiden in celmembranen. Ze bevorderen soepele, goed vervormbare, permeabele membranen en beïnvloeden de signaaloverdracht (onder meer belangrijk in neuronen en hartspiercellen), de activiteit van ionkanalen, transporters en enzymen in de celmembraan, en de activiteit van transcriptiefactoren die de genexpressie reguleren.(4,35) DHA is het belangrijkste langeketen omega 3-vetzuur in het centrale en perifere zenuwstelsel en de ogen (retina).(29)
2. Precursor eicosanoïden en SPM's: EPA is - naast AA - precursor van eicosanoïden (zie figuur 4), paracriene hormonen die belangrijk zijn voor de homeostase (het in evenwicht houden van interne biochemische en fysiologische processen tijdens aanpassing aan steeds veranderende externe omstandigheden). Homeostase is belangrijk voor de gezondheid en vitaliteit, terwijl verstoring ervan leidt tot ziekte.(52) Er is competitie tussen EPA en AA wat betreft de inbouw in celmembranen (DHA idem), het losmaken uit de celmembraan door het enzym fosfolipase A2 (DHA idem), de omzetting door cyclo-oxygenases en lipoxygenases en de functies van hun metabolieten. Bij een hoge inname van EPA worden meer type 3 prostanoïden (prostaglandines, prostacyclines en tromboxanen) en type 5 leukotriënen geproduceerd ten koste van type 2 prostanoïden en type 4 leukotriënen uit AA, en vice versa.(4) Arachidonzuurmetabolieten bevorderen ontstekingen, pijn, bronchoconstrictie, vaatvernauwing, plaatjesaggregatie en trombusvorming. EPA-metabolieten zorgen daarentegen voor ontstekingsremming, pijnreductie, bronchodilatatie, vaatverwijding en remming van plaatjesaggregatie en trombose.(4) Een te hoge AA/EPA-ratio in celmembranen resulteert onder meer in toename van de (lokale en/of systemische) ontstekingsactiviteit en oxidatieve stress, factoren die een belangrijke rol spelen in de pathogenese en progressie van veel chronische (ontstekings)ziekten.(4)
EPA en DHA zijn precursors van SPM's (specialized pro-resolving [lipid] mediators) zoals resolvines, protectines, neuroprotectines en maresines (zie figuur 4).(4) SPM's spelen een sleutelrol bij de actieve beëindiging van ontstekingen, pijnstilling en het verbeteren en versnellen van weefselregeneratie en wondgenezing, mede door remming van de productie van reactieve zuurstofdeeltjes en pro-inflammatoire cytokines, stimulering van de productie van anti-inflammatoire cytokines en opregulatie van SOD (superoxidedismutase), HO-1 (heemoxygenase-1) en Nrf2 (nuclear factor erythroid 2-related factor 2).(53,54) Bij microbiële infecties stimuleren SPM's de eliminatie van de ziekteverwekkers (bacteriën, virussen, schimmels, parasieten).(55) Onder meer de resolvines RvE2 en RvD1 en maresine MaR1 verlichten ontstekingspijn.(56,57) SPM’s, waaronder RvE1, RvD1, RvD2 en MaR1, remmen atherosclerose(progressie) en beperken ischemie-reperfusieschade (bijvoorbeeld na een hartinfarct).(27,58,59)
Figuur 4. De synthese van eicosanoïden uit AA en EPA en de synthese van SPM's uit EPA en DHA. COX-1: cyclo-oxygenase-1; 5-LOX: 5-lipoxygenase; prostanoïden: prostaglandines, prostacyclines en tromboxanen; CytP450: cytochroom P450.(60,61)
3. Precursor omega 3-endocannabinoïden: uit EPA en DHA kunnen ook omega 3-endocannabinoïden worden gemaakt zoals EPA-EA (eicosapentaenoylethanolamide), EPG (eicosapentanoylglycerol), DHA-EA (docosahexaenoylethanolamide of synaptamide) en DHG (docosahexanoylglycerol).(62) AA is precursor van de omega 6-endocannabinoïden AEA (N-arachidonoylethanolamine of anandamide) en 2-AG (2-arachidonoylglycerol). Endocannabinoïden zijn - net als eicosanoïden - belangrijk voor de homeostase in de hersenen en perifere weefsels. In de hersenen geproduceerde endocannabinoïden reguleren processen die te maken hebben met de structuur (neuro- en gliogenese, synaptogenese, neuroplasticiteit, neuroprotectie) en functie (mentale en psychische processen, gedrag, stress-systeem, stofwisseling en gewichtsregulatie, regulatie immuunsysteem, pijnperceptie, motoriek, biologische klok, slaap-waakritme, ademhaling, voortplanting, seksualiteit) van de hersenen.(63-65) Endocannabinoïden die elders in het lichaam worden geproduceerd (hart, spieren, lever, alvleesklier, maag-darmkanaal, immuuncellen, vetweefsel) hebben invloed op de het hartritme, de energiebalans, immuunrespons, plaatjesaggregatie, bloeddruk en vaatverwijding.(64) Disfunctie van het endocannabinoïdensysteem door een tekort aan EPA en DHA en een te hoge omega 6/omega 3-ratio in voeding speelt mogelijk een rol bij psychische aandoeningen (zoals depressie, angststoornis, agressie, psychose, autismespectrumstoornis, PTSS, suïcidaliteit), cognitieve disfunctie, neurodegeneratieve aandoeningen (zoals alzheimer, parkinson, multiple sclerose), overgewicht/obesitas, diabetes mellitus type 2, pijn, hart- en vaatziekten, ontstekingsziekten (zoals reuma), allergieën en kanker.(63-67)
4. Brandstof: langeketen omega 3-vetzuren kunnen in lichaamscellen worden benut als energiebron (ATP-productie via bèta-oxidatie) en daarbij de vetverbranding stimuleren door regulatie van transcriptiefactoren.(4) In de darmen kunnen langeketen omega 3-vetzuren fungeren als prebioticum voor het darmmicrobioom, met toename van bacteriën die korteketenvetzuren produceren en behoren tot bacteriegeslachten Lactobacillus, Bifidobacterium en Roseburia.(29,68,69) Korteketenvetzuren hebben onder meer ontstekingsremmende, immunomodulerende en kankerremmende eigenschappen.(29,68)
EPA en DHA hebben pleiotrope activiteit: via meerdere werkingsmechanismen komt een bepaald gezondheidseffect tot stand. Bijvoorbeeld, het ontstekingsremmende effect van langeketen omega 3-vetzuren is het resultaat van beïnvloeding van signaalroutes (waaronder NF-κB en NLRP3-inflammasoom), verlaging van de productie van pro-inflammatoire AA-metabolieten, verhoging van de productie van anti-inflammatoire eicosanoïden en SPM's uit EPA en DHA, regulatie van het endocannabinoïdensysteem en verhoging van de productie van ontstekingsremmende korteketenvetzuren door het intestinale microbioom.(64,69)
Hart- en vaatziekten
Een optimale omega 3-vetzuurstatus (O3I van 8-11%) verkleint de kans op (fatale) hart- en vaatziekten, terwijl een O3I <4% de kans hierop vergroot.(26,32,70) Een meta-analyse van 10 cohortstudies liet zien dat de kans op fatale kransvatziekte circa 30% lager was bij een O3I van 8% vergeleken met een O3I van 4%.(50) In een humane studie was een O3I van 5,0%, vergeleken met een O3I van 3,3%, geassocieerd met een 70% kleinere kans op een acute hartstilstand.(37) Humane (epidemiologische) studies hebben een significante inverse correlatie aangetoond tussen de O3I en hypertensie, cardiovasculaire events (zoals myocardinfarct of beroerte), hartfalen, perifere arteriële ziekte, cardiovasculaire sterfte, kankersterfte en sterfte door alle oorzaken.(32,71-75)
In een recente meta-analyse van 13 grote klinische studies met een studieduur van ten minste 2 jaar is een lineair dosis-responseffect waargenomen waarbij iedere 1000 mg EPA en DHA per dag zorgde voor daling van de kans op hart- en vaatziekten met 17% en daling van de kans op majeure vasculaire events (niet-fatale hartinfarct, niet-fatale beroerte, bypass/stent, cardiovasculaire sterfte) met eveneens 17%.(76) Dagelijkse suppletie met een hoge dosis EPA/DHA (≥3000 mg/dag) remt significant de progressie van atherosclerose, concludeerde een recente systematische review en meta-analyse van 6 humane studies.(77) Suppletie met 2000 mg EPA/DHA gedurende minimaal 5 dagen voorafgaande aan een coronaire bypassoperatie verlaagde de kans op postoperatief atriumfibrilleren met meer dan 50% (van 33,3% naar 15,2%), vergeleken met de controlegroep.(37)
Wetenschappers hebben berekend dat voor (primaire) bescherming van het hart (tegen ischemie-reperfusieschade, hartritmestoornissen, hartfalen, plotse hartdood) een relatief lage dosis EPA en DHA nodig is (tussen 250 en 1000 mg per dag), terwijl voor de bescherming van de bloedvaten (tegen ontsteking, hypertriglyceridemie, endotheeldisfunctie, atherosclerose, trombose, hypertensie) veel meer EPA en DHA nodig is (circa 3000-4000 mg/dag).(26,27,37,49) Voor optimale ondersteuning van het herstel en secundaire preventie na een hartinfarct is eveneens een hoge dosis EPA en DHA (3000-4000 mg/dag) aan te bevelen.(37,49,78) Bij hypertensie kan een dosis EPA/DHA tussen 2000 en 3000 mg/dag ook voldoende zijn.(241) Een dosis van 850 mg EPA/DHA per dag verlaagde in een humane studie (GISSI Prevenzione trial) de kans op plotse hartdood in de periode na een hartinfarct zonder invloed te hebben op de kans op een nieuw hartinfarct.(27)
Met name DHA verlaagt de bloeddruk, wordt ingebouwd in de celmembranen van hartspiercellen en ondersteunt de conditie van het hart (verlaging hartslag, toename hartritmevariabiliteit, afname hartritmestoornissen, verbetering spiercontractie en -relaxatie), terwijl met name EPA hypertriglyceridemie, atherosclerose en trombose tegengaat.(27) Een dosis-responsstudie liet zien dat elke gram verhoging van de dagdosis EPA en DHA zorgde voor daling van de triglyceridenspiegel met 5,9 mg/dl (lineaire associatie).(76)
Zwangerschap en het geven van borstvoeding
De O3I (streefwaarde 8-11%) is een goede leidraad voor het optimaliseren van de DHA-inname tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding.(32,79) Voor het kind is DHA cruciaal voor de aanleg, groei en uitrijping van de hersenen en de ontwikkeling van de ogen (netvlies) in de prenatale periode (vooral het derde trimester van de zwangerschap) en de eerste twee levensjaren.(29) Tijdens de groeispurt van de hersenen neemt het gewicht met een factor zestig toe van 20 gram in het tweede trimester van de zwangerschap tot circa 1200 gram op tweejarige leeftijd. In diverse overzichtsartikelen is vastgesteld dat suppletie met langeketen omega 3-vetzuren (met name DHA) de zwangerschapsduur iets verlengt en de kans verlaagt op zwangerschapscomplicaties zoals (extreme) vroeggeboorte, perinatale sterfte, een laag geboortegewicht en pre-eclampsie.(9,29,79-83) De optimale hoeveelheid DHA voor de preventie van extreme vroeggeboorte (<34 weken) bij vrouwen met een lage DHA-status is circa 1000 mg per dag.(84) Inname van deze hoeveelheid DHA door zwangere vrouwen is veilig, ook als de langeketen omega 3-vetzuurstatus voor aanvang van DHA-suppletie al goed was.(84) Een optimale O3I tijdens zwangerschap en lactatie is geassocieerd met een kleinere kans op perinatale depressie bij de moeder en een betere visuele, neurocognitieve en motorische ontwikkeling van het kind.(29,35,85,86)
Een goede langeketen omega 3-vetzuurstatus in de pre- en postnatale periode draagt bij aan de ontwikkeling van een sterk en evenwichtig immuunsysteem. Een systematische review en meta-analyse van 10 prospectieve cohortstudies en 5 suppletiestudies concludeerde dat de kans dat een kind een allergie (zoals eczeem) krijgt, lager is als de moeder tijdens zwangerschap en lactatie extra DHA en EPA heeft ingenomen.(29,87) Een klinische studie waarin kinderen 24 jaar gevolgd werden concludeerde, dat suppletie met DHA (en EPA) tijdens de zwangerschap is geassocieerd met een kleinere kans op astma.(88) Een recente meta-analyse kwam tot de conclusie dat de kans op astma bij een kind alleen significant lager was als de moeder tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding ten minste 1200 mg langeketen omega 3-vetzuren per dag had ingenomen.(89) De kans op astma nam met 2% af bij iedere verhoging van de dagdosis EPA/DHA met 100 mg (lineair dosis-responseffect). Toevoeging van DHA aan flesvoeding (0,32-0,96% van de totale vetzuren) verlaagde, vergeleken met placebo, de incidentie van allergieën in de eerste 3 tot 4 levensjaren.(90,91)
De EFSA adviseert vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven naast 250 mg EPA en DHA per dag nog 100-200 mg DHA extra in te nemen (tabel 1). In de praktijk krijgen veel vrouwen deze hoeveelheid niet binnen.(92,93) Daarbij is een hogere dosis DHA (en EPA) nodig om de O3I in het optimale bereik te krijgen en houden.(32) Tijdens de zwangerschap transporteert de placenta AA en DHA naar de foetus waarbij foetale erytrocyten een O3I van 7-8% bereiken.(35,94) Als een vrouw onvoldoende DHA binnenkrijgt, wordt haar eigen DHA-voorraad aangesproken om in de DHA-behoefte van de foetus te voorzien. Om te zorgen dat geen DHA-depletie bij de moeder optreedt tijdens zwangerschap en lactatie, is inname van DHA (+EPA) nodig in een hoeveelheid van ongeveer 750-1000 mg/dag.(95,96)
Cognitie, psyche en hersenaandoeningen
Een constante toevoer van voldoende EPA en DHA is in alle stadia van het leven - in het bijzonder op jonge en hoge leeftijd - essentieel voor de gezondheid van het (centrale) zenuwstelsel. Met name DHA wordt ingebouwd in celmembranen en is cruciaal voor een optimale hersenstructuur en -functie en is onder meer betrokken bij de regulatie van neurogenese, neuroplasticiteit, neurietuitgroei, neurotransmissie, signaaltransductie en synaptogenese.(35,97) DHA is belangrijk voor de ontwikkeling en instandhouding van cognitieve functies zoals leren, concentratie en geheugen, en de snelheid waarmee (complexe) cognitieve taken worden uitgevoerd.(97) EPA ondersteunt de hersenfunctie vermoedelijk vooral als precursor van eicosanoïden die onder meer neuro-inflammatie tegengaan en de hersendoorbloeding verbeteren (door het stimuleren van vaatverwijding en remmen van trombose), en door te fungeren als brandstof voor de hersenen (via ketogenese).(97) Daarbij zijn EPA en DHA precursors van SPM's die ontstekingen remmen en beëindigen en weefselherstel bevorderen, en endocannabinoïden die diverse hersenprocessen reguleren.
Uit humane studies met kinderen, adolescenten, (jong)volwassenen en ouderen is gebleken dat een hogere O3I is geassocieerd met betere prestaties met betrekking tot complexe cognitieve functies en dat een lage O3I een onafhankelijke voorspeller is van cognitieve disfunctie en leeftijdsgerelateerde cognitieve achteruitgang.(32,40,98-104) Dagelijkse suppletie met ten minste 450 mg DHA (en EPA) en toename van de O3I >6% vergroot de kans op verbetering van de cognitieve functie bij kinderen en adolescenten.(40)
In humane (epidemiologische) studies is aangetoond dat een lagere O3I, vergeleken met een hogere of optimale O3I (8-11%), is geassocieerd met een grotere kans op ischemische beroerte, kleiner hersenvolume, cognitieve achteruitgang, snellere progressie naar dementie, psychische aandoeningen (waaronder depressie, bipolaire stoornis, psychose en schizofrenie) en verstoring van complexe hersenfuncties.(35,105) Vanaf 45 jaar is het zinvol om ten minste 1000 mg DHA (en EPA) in te nemen om achteruitgang van het geheugen tegen te gaan, is de conclusie van een systematische review en meta-analyse van humane studies.(27) Een systematische review van interventiestudies concludeerde dat suppletie met DHA (en EPA) met name gunstige effecten heeft in het beginstadium van de ziekte van Alzheimer.(106) Een goede langeketen omega 3-vetzuurstatus verbetert het herstel na hersenletsel en beschermt tegen hersenveroudering door fijnstof.(35,107) Een lage inname van EPA en DHA vergroot op termijn mogelijk de kans op multiple sclerose.(108,109) Suppletie met een hoge dosis EPA en DHA (vanaf 4 gram visolie per dag) kan bij manifeste multiple sclerose de frequentie van relapses en spiegels van ontstekingsmarkers (zoals TNF-alfa, IL-6, IFN-gamma en IL-1 bèta) verlagen, ziekteprogressie remmen en de kwaliteit van leven verhogen.(109)
Onvoldoende toevoer van langeketen omega 3-vetzuren vanaf de conceptie tot volwassen leeftijd vergroot vermoedelijk de kans op hersenaandoeningen zoals ADHD, autismespectrumstoornis en majeure depressie.(110,111) Suppletie met EPA en DHA kan symptomen van deze hersenaandoeningen verlichten, vooral als de O3I laag is en/of er sprake is van een hoge ontstekingsactiviteit.(110,112) Suppletie met langeketen omega 3-vetzuren (1300-1500 mg/dag gedurende 16-24 weken) heeft een positieve invloed op lethargie en hyperactiviteit bij kinderen en adolescenten met een autismespectrumstoornis.(110,111) Bij majeure depressie wordt, net als bij volwassenen, aangeraden om gedurende (ten minste) 12-16 weken 1000-2000 mg EPA (dat de sterkste antidepressieve activiteit heeft) te suppleren in combinatie met DHA met een EPA:DHA ratio van 2:1 of minimaal 60% EPA.(110,113) Depressie gaat gepaard met een verlaagde O3I en EPA en DHA hebben vermoedelijk synergetische effecten bij depressie.(145) Bij ADHD is het advies gedurende 16-24 weken minimaal 750 mg EPA en DHA te suppleren en de dosis EPA te verhogen naar 1200 mg/dag bij een verhoogde ontstekingsactiviteit of allergie.(110)
In een humane studie met gezonde jongvolwassenen leidde inname van een DHA-rijk supplement (DHA 900 mg/dag, EPA 270 mg/dag) gedurende 26 weken tot verhoging van de slaapefficiëntie (percentage van de totale tijd in bed dat iemand slaapt), sneller in slaap vallen, beter doorslapen, langer in bed liggen en minder verfrist opstaan, vergeleken met placebo.(114) Suppletie met EPA (EPA 900 mg/dag, DHA 360 mg/dag) daarentegen leidde tot niet-significante verbetering van de slaapefficiëntie, een korter verblijf in bed en verfrist ontwaken, vergeleken met placebo. Vooral DHA heeft een gunstige invloed op het slapen, terwijl EPA mogelijk de slaapcyclus reguleert zodat iemand niet te lang of te kort slaapt.(114) In een humane studie met 66 gezonde volwassenen (≥45 jaar) met slaapproblemen leidde suppletie met EPA en DHA (respectievelijk 284 en 576 mg per dag gedurende 12 weken) tot significante verbetering van de slaapkwaliteit.(115)
Diverse waarnemingen